Oeganda

 

 

OEGANDA, DE PAREL VAN AFRIKA

 

 

 

VOORBEREIDING

 

 

Planning

Het plan is om een combinatiereis te maken in Oost Afrika.  We zouden starten in Kenia en over land met openbaar vervoer naar Oeganda trekken.  Van daaruit zouden we afzakken naar Rwanda en met een transitvisum kort Burundi bezoeken.  Vervolgens zouden we langs het Kivumeer afzakken naar Kigoma, Tanzania.  We zouden dit land van west naar Oost doorkruisen om te eindigen in Zanzibar.  We zouden terugvliegen uit Dar es Salaam. 

 

Visum

Ik had iets gelezen over het Oost Afrika visum op het forum van Wegwijzer dat dit visum in voege trad per 1 januari 2014 maar vond geen bruikbare reisverslagen noch enige andere duidelijke informatie op internet.  Het visum is geldig voor Kenia, Oeganda en Rwanda voor 90 dagen en men mag meermaals de respectievelijke grenzen oversteken.    Dit visum moet worden aangevraagd op het consulaat van het eerste land die men bezoekt en kost 80 €.  Ik heb het aangevraagd op de luchthaven van Nairobi en kreeg het meteen mits betaling van 100 $.  Ik heb vooraf getelefoneerd naar de drie betrokken ambassades omtrent dit visa en waar ik de grens kon oversteken. 

 

Embassy of the Republic of Uganda
Avenue de Tervueren 317
1150 Woluwe-St-Pierre
Tel. No: +32.2.762.5825
Fax: +32.2.763.0438

E-Mail: info@ugandamission-benelux.org

 

De gele inentingskaart met verplichte inenting tegen gele koorts werd niet gevraagd.

Ik moest een document invullen dat ik een maand vooraf niet in ebola-landen was geweest en werd gemeten of ik koorts had. 

 

Geldzaken

De euro is nog niet goed ingeburgerd in Oost Afrika maar men kan die wel vlot omwisselen in de banken.  Bijgevolg nam ik meer cash US dollars mee in verscheidene coupures.  Ik kon daarmee overal vlot betalen, onontbeerlijk voor betaling ter plaatse in hotels, kan soms ook met een visa kaart.  De betere hotels stellen hun prijzen in $ maar men kan ook in lokale munt betalen.  Aan de grensposten wisselde ik aan wisselaars of bij forex $ in lokale munt.  Ik had ook een visa kaart mee en nog twee kredietkaarten van Maestro van twee andere banken.  Een bankkaart was lichtjes geplooid in mijn zak en deed het na een tijdje  niet. 

 

Vlucht

Na wat zoekwerk op internet kwam ik er achter dat KLM een actie aanbood.  Voor een vlucht heen op Nairobi en terug uit Dar es Salaam betaalde ik 557 € alles inbegrepen.  Het was wel starten en terugkomen in Amsterdam maar mijn reismaatje woont in Amsterdam, dus geen probleem.  De vertrekuren voor beide vluchten zijn ideaal. 

 

Reisweg

We vliegen op Nairobi en rijden met openbaar vervoer naar de grenspost Mabara.  Van hier nemen wij een busje naar Jinja, de bron van de Nijl.  Daarna trekken wij naar de tuinstad Entebbe en vervolgens nemen wij de boot naar de Ssese eilanden waar wij twee dagen blijven.  Dan nemen wij de ferry van Bugoma naar het vasteland Bugakata en begeven ons naar Masaka waar wij een busje nemen naar Mbarara.  Via Kasese rijden wij naar Fort Portal.  Vervolgens blijven wij een dag op Lake Nkuruba Campsite.  Via Fort Portal begeven wij ons naar het Semiliki NP, Bumaga Lodge.  Busje naar Fort Portal, Kasese, Katunguru.  Met shared taxi terug naar Mbarara en overnachting in Kabale.  Volgend verblijf aan het prachtig Lake Bunyonyi.  Met busje van Kabale naar Kisoro en verder naar de nabije grens met Rwanda.

 

Informatie

www.visituganda.com  : de nationale toeristische dienst

www.uwa.or.ug : Nationale parken van Oeganda

www.ugandawildlife.org

www.air-uganda.com

 

 

 

REISVERSLAG

 

 

Dag 5 – 20/10/2014

Reisweg : Malaba, grens Kenia Oeganda, Jinja.

 

Koers : 1 € = 3.300 UGX – Oegandese shilling 

 

Ik had een goede nachtrust in het netjes ingerichte Gidee Guest House in Malaba, Kenia, tweehonderd meter van de grens met Oeganda.  Ontbijt beneden in een zaaltje voor 135 KSH.  Op straat staan lange rijen vrachtwagens geduldig te wachten.  Daarna gaan we te voet naar de grens waar we in het immigratiekantoor vlot een stempel UIT Kenia krijgen. Aan de Oegandese kant fiche invullen en stempel IN.  Het gaat heel vlot en duurt nog geen half uur.  Tenslotte hebben we reeds ons Oost Afrikaans visum.  Het is vandaag Kenyatta Day en alle banken zijn gesloten maar op straat kan ik mijn overschot aan Keniaanse shilling wisselen tegen Oegandese shilling aan een koers van 1 KES = 28 UGX  wat een eerlijke koers is.  Een eindje verderop naar een matatu, een busje, gelopen en een goed half uur gewacht tot het propvol was, 12.000 UGX/pp.  Na drie uren non-stop rijden over een goede asfaltweg komen we aan in Jinja.   We zitten samen achterop een brommertje ( 6.000 UGX) en laten ons naar een hotelletje voeren.   Na het inchecken gaan we te voet naar de “bron van de Nijl” door een park, een arboretum en voorbij een golfterrein. Op een platform staan enkele Somalische vriendelijke jongeren.  Aan de ingang betalen we 10.000 UGX/pp.  Beneden vloeit de Nijl met prachtig parklandschap op de andere oever, de Source of the Nile Gardens.  Het zicht beneden is echt prachtig: eilandjes in de Nijl met in stijl opgetrokken verblijven.  Er staat een gedenkteken dat de Nijl van hier inderdaad naar de Middellandse Zee stroomt.  We zijn bijna de enige toeristen, de helft van de verkoopstalletjes zijn gesloten en de andere verkopen niets.  We dalen af naar de Nijl. Er liggen een paar kleurig overdekte schuiten werkloos aan de oever van de snelstromende Nijl.  In de bomen zitten enkele apen ons aan te staren.  We wandelen wat rond in de omgeving en drinken dan een Nile Special van de lokale brouwerij in Jinja op het terras van Rumours.  Daarna wandelen we langs een Hindoetempel terug naar ons hotel.   

 

Overnachting :

Bridgeway Guest House, Jinja, tel. +256 750480 +256 480142

Plot 34, Bridgeway Street, tegenover Jinja Agric Show Grounds

www.bridgewayguesthouse.com

bridgewayguesthouse@yahoo.com

We nemen een goedkope kamer aan de achterzijde voor 60.000 UGX; vooraan met balkon en zicht op de Nijl kosten ze 96.000 UGX.  

Het is een oude villa in een villawijk.  Het is netjes en in orde.

             

 

Dag 6 – 21/10/2014

Reisweg :  Jinja, Kampala, Entebbe

 

Elk achterop een brommertje naar het busstation, 1.000 UGX.  Het busje kost 6.000 UGX/pp voor de rit van Jinja naar Kampala.   Onderweg rijden we door een mooi groen licht heuvelig landschap doorspekt met suikerrietvelden, theeplantages, bos, langs steenbakkerijtjes en soms een grote suikerfabriek.  Het busje stopte niet zo vaak zodat we na twee uren aankwamen in Kampala ons door hectisch verkeer worstelend.  Op het Main Bus Station staan wel driehonderd busjes op een groot plein.  Van hieruit rijden ze naar elke bestemming in Oeganda.  We gaan eerst iets eten in een van de vele restaurantjes op het plein.  Na wat zoeken en navragen werden we naar ons busje voor Entebbe geleid.  Het is een drukte van jewelste om weg te raken uit Kampala maar toch lukt het om uit deze heksenketel te raken, rustig blijven en vertrouwen hebben in de chauffeur is belangrijk.  De rit kost 3.000 UGX en na een uurtje komen we aan in Entebbe, een verademing na Kampala.  Het is een mooie tuinstad met veel parken en bloemen en koloniale villa’s.  Het Victoria-meer ligt op de achtergrond en is nooit veraf.  We hebben na onze intrek in het hotel nog een wandeling naar de markt gemaakt en een biertje gedronken op een terras. 

 

Overnachting:

Green Valley, Plot 15 Mugula Road, Entebbe

Tel. +256 414321 212  Mobile: 0772 965 290

info@greenvalleyentebbe.com  info@greenvalleyentebbe.com

Ze vroegen eerst 70 $ maar ik bood hen 30.000 UGX en kon tot een akkoord komen aan 48.000 UGX zonder ontbijt, dat is dan 17 $ !   Bij de buren vroegen ze  echt 70 $ maar het is meer luxe en was volzet ( Airport Guest House Entebbe  (www.habaritravel.nl)   Ons hotel ligt in een rustige wijk buiten de stad.  Nette kamer. 

 

 

Dag 7 – 22/10/2014

Reisweg :  Naar ferry Kabaka ( buitenwijk Entebbe), boot naar Kalangala op Ssese eilanden.

    

We drinken rustig een koffie want buiten plenst de dagelijkse bui maar het duurt gelukkig nooit lang en daarna schijnt de zon.  We maken een wandeling naar de stad.  We lopen voorbij enkele prachtige luxehotels en nemen een kijkje.  Bij het statige koloniaal gebouw uit 1907 van het Ministerie van Landbouw mogen we een kijkje nemen en de mooie tuin en het gebouw fotograferen.  Verderop staat een oud Anglicaans kerkje.  Kort na de middag nemen we elk een boda-boda (brommertaxi – 5.000 UGX samen)  naar Kabaka, een paar km buiten de stad.  Van hieruit vertrekt een catamaran voor voetgangers naar Kalangala, de Ssese eilanden.  De ferry kost 15.000 UGX/pp in tweede klas en in eerste klas 30.000 UGX.  We staan bijna de ganse overvaart van vier uren op het bovendek en bewonderen de vele eilandjes die aan onze boot voorbijglijden.  Langs de immer groene oever links en rechts passeren we soms kleine vissersbootjes.  De ferry stopt op het eilandje Kaya, een pittoresk vissersdorpje.  Na enkele uren komen wij aan in Kalangala, een klein rustig dorpje met weinig inwoners en enkele hotelletjes en bungalows aan de waterkant.  Mooie strandwandeling gemaakt, veel groen en eilandjes in de verte.

 

Overnachten:

Eerst gaan we een kijkje nemen bij www.miremberesort.com maar ze zijn te duur en willen niet over de prijs onderhandelen.  Op de ferry maak ik kennis met Christopher van het gloednieuwe en luxe Victoria Forest Resort, oogt echt heel mooi en hij biedt mij een kamer aan tegen 30 $ : www.victoriaforest-resort.com

Onze keuze valt op  www.pearlgardensbeach.com  Ze vragen aanvankelijk 150.000 UGX voor een bungalow met zicht op zee maar ik kan afbieden tot 30.000 UGX zonder ontbijt. Er is geen warm water maar we krijgen een extra deken want tegen de morgen wordt het koud.  Aan het plafond zitten ’s avonds duizend muggen (wij slapen onder een muggennet) maar ’s morgens zijn ze weg.  ’s Avonds kunnen we eten bij een kampvuur en nuttigen enkele biertjes bij de bar.  Goede keuze voor zijn geld en vriendelijke receptie.          

 

 

Dag 8 – 23/10/2014

Reisweg:  geen, we blijven nog een dag

 

Gezien het deze morgen hevig regende hebben we wat langer geslapen.  Het is erg mooi op de Ssese eilanden en we besluiten nog een dagje te blijven.  We geven onze was af en als we die ’s avonds terug krijgen zegt men ons dat we niet moet betalen, het is in de prijs inbegrepen.  We nemen ons ontbijt in het dorp, koffie met chapati rollex.  Daarna zijn we aan onze wandeling begonnen op een verharde zandweg naar het eigenlijke dorp Kalangala dat hogerop ligt.  We lopen tussen veel groen met zicht op de omliggende eilandjes en het haventje beneden.  We aten fruit uit een boom langs de weg en boden het aan een Oegandees die ons prompt een lift aanbood tot het dorpscentrum.  Vervolgens hebben we langs de hoofdweg richting Luku gewandeld tot buiten het dorp om daarna langs een kleine weg terug richting Kalangala te wandelen.  Overal zagen we kleine hutjes, huisjes en erfjes met enkele bananenbomen en veldjes cassave en yam en ertussenin verweven piepkleine winkeltjes tussen veel groen en bos.  Op de rustige landelijke wegen  reden fietsers en soms eens een brommertje.   Iedereen groet ons vriendelijk, ongelofelijk.   Hier ligt het veiligheidsgevoel heel hoog.  Het is tamelijk warm tijdens onze wandeling; bijna mijn nek verbrand en rode armen.  Na een poos komen wij op een open plek aan de andere kant van het dorp: zicht op een meer en eilandjes in de verte, bloemen en een stukje oerwoud met brullende apen.  Het is hier prachtig om even rust te nemen en al dat moois op te nemen.  We lopen terug langs kleine wegen en lemen huisjes naar het dorp en ontmoeten overal zeer vriendelijke mensen.  Op een terras nuttigen we een biertje en lopen dan terug naar beneden naar het strand waar we nog een avondwandeling maken.  In het “restaurant” Waterfront eten we wat rundvlees met bruine bonen in een saus, er is anders niets.  Gelukkig kunnen we nog van een bruin biertje genieten en daarna gaan we bij het kampvuur zitten bij een groep gasten. 

 

Overnachten

Terug bij www.pearlbeach.com   reservations@pearlgardenbeach.com

 

 

Dag 9 – 24/10/2014

Reisweg:   Ferry naar Bukakata, Masaka, Mbarara

 

Met elk een boda-boda rijden we naar het dorp Kalangala hoog, 2.000 UGX/pp.  In Kalangala wordt het busje goed volgestouwd: op een rij van drie zitplaatsen worden vijf personen gestouwd, een vorm van moderne slavenhandel.  Over een verharde zandweg met veel kuilen en wegenwerken rijden we in een half uurtje naar Bugoma waar we de gratis ferry nemen naar Bukakata op het vasteland.   Van hieruit namen we een busje naar Masaka.  Bij het afrekenen eiste de chauffeur 15.000 UGX/pp maar medepassagiers vertelden ons dat hun prijs 10.000 UGX/pp was.  Ik stopte hem 20.000 UGX in zijn handen en ging weg; hij werd niet boos want het is het geldend tarief.  In Masaka namen we een grote bus naar Mbarara voor 15.000 UGX/pp met ticket.  De chauffeur reed nogal vlug, veel vrachtwagens.  Na twee uren kwamen we aan in Mbarara.  We namen een hotelletje op tien minuten stappen van het hectisch busstation.  Daarna gingen we de hoofdstraat verkennen, iets kopen in een supermarktje bij de Indiërs en een biertje drinken op een terras van waar voortdurend zware vrachtwagens op en af reden met vooral kookbananen naar Kampala en Congolese vrachtwagens die richting Goma, Kongo reden.  De nummerplaten zijn te herkennen aan CGO op de plaat.  Op de achtergrond staat een hel verlichte hindoetempel. De winkels behoren hier bijna alle toe aan de Indiërs.      

 

Overnachten:

We zagen op tien minuten lopen van het busstation “ Mayola Hotel” op een gevel staan.  Het noemt nu Mugisha Guest House, tel. 077 2485186 of 070 4565037.  Receptie vroeg eerst 25.000 maar ik kon afdingen op 20.000 UGX zonder ontbijt.  We kregen kamer 22 op het tweede verdiep.  Geen warm water, geen deurklink op badkamer, muggennet veel te kort, lavabo verstopt, geen wc-zitting, voor de rest proper.  Beetje in de aap gelogeerd.    

 

 

Dag 10 – 25/10/2014

Reisweg:   Naar Fort Portal

 

Te voet naar busstation, is vlakbij.  Bus van negen uur was net weg, dus wachten tot de volgende propvol zit.  Om 10.30 uur uiteindelijk vertrokken maar eerst nog een rondje dorp gedaan om er nog enkele passagiers te ronselen en erbij te stouwen.  Het ticket kost 35.000 UGX/pp, waarschijnlijk te veel, een mzungu tarief ?  Ook op openbaar vervoer moet men afdingen.  Best voor vertrek prijs vragen aan de lokale medepassagiers.  De weg was uitstekend en we reden voor een deel door het Queen Elisabeth Nationaal Park, QENP.  Van uit het busje zagen we een kudde buffels, een olifant en twee gazellen in een wijds savannelandschap, geen bewoning want het is een Nationaal Park.  Bij Kazinga Channel, midden in het QENP, ligt wel een dorp bij de brug.  In het NP liggen veel gaten in de weg, er buiten niet: om trager te rijden ? Daarna was de weg beter tot Kasese waar we moesten overstappen op een ander busje.  Tweemaal hebben we onderweg gestrande buspassagiers opgepikt uit een busje met panne.  In Kasese werd het landschap boeiender, heuvelachtiger met de Ruwenzori Mountains links van ons, veel groen, bananenplantages, katoenveldjes, boerderijtjes en regelmatig een dorp tussen het weelderig groen.  Veel bananenfietsers met hoge stapels trossen bakbananen.  Even voor Kasese zijn we de evenaar gekruist maar het busje stopte niet. 

 

Overnachten:

In Fort Portal eerst naar Ruwenzori Traveller’s Inn geweest waar ze voor een nette dubbelkamer 75.000 UGX vroegen en voor een twin 65.000.  Ik bood 30.000 aan maar hij zakte slechts naar een belachelijke 73.000  Verderop ingecheckt in Visitours Guest House, Plot 2 Babida Road, tel. 0483 422813  en van 30.000 naar 25.000 UGX afgedongen voor een dubbel met badkamer.  Is in orde. 

 

 

Dag 11 – 26/10/2014

Reisweg:   Lake Nkuruba Campsite

 

We betaalden elk 10.000 UGX voor een brommertje naar Lake Nkuruba Camping, 20 km over een hobbelige weg.  Nadat we een tent hadden gehuurd en ons avondmaal besteld hadden trokken we er op uit, een wandeling op basis van een schets want de gidsen hadden er geen zin in om mee te gaan ( 15.000 UGX/pp ).  Het is een makkelijke wandeling en men hoeft enkel op de hoofdzandweg te blijven.  Bij het begin van de wandeling zaten meteen veel apen in de bomen.  Het is een prachtige weg.  Fietsers en voetgangers groetten ons steeds heel vriendelijk.  Onderweg konden we de Ruwenzori Mountains met het Virunga NP in DRC op de achtergrond bewonderen.  Helaas waren de bergen in wolken gehuld maar er was veel groen op onze weg, voornamelijk bananenplantages.  Plots begon het te regenen en we konden onder een piepklein afdakje schuilen.  Het stopte even met regenen en we wandelden verder maar waren plots nogmaals verrast door hevige regenval.  Er was niets in de omgeving en we moesten noodgedwongen brede bananenbladeren op ons hoofd houden.  We gingen verder en een derde regenbui diende zich aan maar we zagen een armtierig huisje van bananenboer Christopher en we mochten in zijn lemen huisje schuilen.  Geen vloer wel aarde en een armzalig versleten zitbankje werd ons aangeboden.  De inboedel stelde niets voor en achter een vuil gordijn was de slaapkamer voor de hele familie en er achter een soort keuken/werkplaats.  Na die regenbui hebben we verder gewandeld naar twee schitterende meren die tegenover elkaar liggen in een prachtige omgeving, het Lake Nyinambuga en Lake Nyabikere.  Bij een school achter de Ndali Lodge hadden we een mooi panorama op het Nyinambuga meer.  Sommige scholieren voelden aan het haar op mijn armen.  Onderweg kwamen we voorbij enkele kleine kerkjes en een moskeetje en enkele schooltjes.  Terug in het dorp Rwaihamba nuttigden we een biertje.  Van hieruit hadden we een prachtig zicht op de hoge Ruwenzori Mountains en DRC.  Ondertussen hadden dorpsbewoners vijf zakken van elk wel honderd kilo avocado’s op een doek op de grond uitgestrooid want morgen is het marktdag. 

 

Overnachting:

Lake Nkuruba Reserve & Community Campsite : www.nkuruba.com

Lake_nkuruba@yahoo.com  Tel. +256 077 3266067 of 078 2141880

Tent gehuurd voor 25.000 UGX.  Dun matrasje van één persoon voor twee, deken en lakens en één handdoek tweemaal gevraagd, trage bediening.  ’s Morgens een uur gewacht op ontbijt, hadden geen eieren, het enige wat ze in aanbod hebben.  De matras van de buren loste en iedere beweging konden wij horen.  ’s Avonds tijdig een lekker maal gekregen, vooraf besteld.  Camping ligt op een heuvel. 

 

 

Dag 12 – 27/10/2014

Reisweg:   Semliki NP, Bumaga Lodge

 

Na het ontbijt zijn we naar beneden naar het Lake Nkuruba gelopen op vijf minuten van onze tent.  Het is een rustig en klein meer omringd door weelderig groen en er zitten veel kleurrijke vogels waaronder de typische zwart-witte ijsvogel.  Daarna zijn we met een bodaboda (brommertaxi) naar Fort Portal getrokken, 10.000 UGX/pp.  Het was al na de middag als we met een “shared taxi” (busje), vier op een rij, naar het Semliki NP trokken, twee uren rijden.  De domme chauffeur die niet wist dat we moesten registreren in Sempaya zette ons af bij het hoofdkwartier van het NP, die ons doorverwezen naar Bumaga Lodge, 2.6 km verderop.  De receptie toonde ons de verblijven maar we moesten naar het kantoor van de registratie in Sempaya, 2 km verderop.  We bestellen ons avondeten en trekken naar Sempaya. We waren net op tijd hier aangekomen want een hevige tropische regenbui barstte los. Terug gekomen met het betalingsbewijs wordt onze stenen ronde hut aangewezen.  Het was lang wachten op het avondeten want ze bereiden het steeds op een houtskoolvuurtje.  We wachten boven onder een gezellig ingericht rieten dak met een biertje samen met Zuid Afrikaanse vlindervangers.  Het gestoofde rundvlees was heel taai. Drank en eten worden op de camping afgerekend.  Aan de overkant van de asfaltweg op amper tweehonderd meter van onze hut staan enkele cacaobomen op een erfje. 

 

Overnachten:

Bij Uganda Wildlife Authority, UWA, worden we van het hoofdkwartier doorverwezen naar Bumaga Campsite en van daar naar het registratiekantoor Sempaya.  We betalen 50.000 UGX voor een single hut met één groot bed en nog eens 35 $/pp om in het NP te verblijven ( de ingang is amper honderd meter van de asfaltweg ) en we mochten niet op eigen houtje er in wandelen, kost nog eens 30 $/pp.  Ik kon geen korting afdwingen.   We krijgen één handdoek, de tweede zijn ze vergeten.  We hebben driemaal een fles water besteld maar telkens zijn ze die vergeten.  Ze zijn zo vergeetachtig in Oeganda maar als het op dollars aan komt zijn ze bij de pinken.  Bij de afrekening moest ik 43.000 UGX betalen maar bij teruggave van het wisselgeld hield ze de knip er op maar ik trok het uit haar hand. Drinkgeld geven voor een trage en slechte dienst doe ik niet.  Ze bieden geen ontbijt aan maar na het lange wachten gisterenavond wilden we er ook geen bestellen.  De verblijven van UWA zijn een toeristenval en te vermijden.      

            

 

Dag 13 – 28/10/2014

Reisweg:   Fort Portal, Kasese, Katungura

 

We staan op de perfecte asfaltbaan, de hoofdweg,  te wachten waar weinig verkeer is te bespeuren.  Na amper tien minuten stopt er een busje die ons van Bushenyi naar Fort Portal brengt, 10.000 UGX/pp.  We zaten vooraan en konden onderweg mooie foto’s maken, o.a. van een kudde Ankola vee met hun lange horens.  In een tweede busje naar Kasese zaten we terug vooraan, 7.000 UGX/pp.   We reden door een prachtig bebost, bergachtig en bochtig gebied steil klimmend en nadien afzakkend naar de Rift Valley.  In de wegdorpjes staan grote zakken houtskool en brandhout te koop.  Soms wordt er fruit aangeboden, vooral lekkere en reuzengrote ananassen.  In de kleine slagerijen langs de weg  hangt het vlees ten toon in open lucht in tropische temperaturen , geen verplichting om het gekoeld te houden. Tussen Kasese en Katunguru stopten we aan de  evenaar om er enkele foto’s te nemen. Voor de korte afstand van Kasese naar Katangura vroeg de chauffeur 10.000 UGX/pp.  Wat overdreven is.  Nadien stopte ik hem 12.000 UGX voor ons beiden in de hand, wat een correcte prijs is.  We stopten in Katugura bij het Kazinga Channel daar waar het Lake George en Lake Edward elkaar ontmoeten.  Er liggen kleurrijke vissersbootjes op het meer. In enkele standjes werd lekkere gedroogde vis verkocht. De stalen brug werd in 1954 van London overgeplaatst  en was daar gedurende de tweede wereldoorlog een noodbrug.    We ontmoetten er een Canadees koppel die van Oeganda naar Zambia fietsten op het terras van Tembo Safari Lodge waar we een mooi zicht hebben op het meer en de brug.  ’s Avonds lag er een nijlpaard te rusten midden in het dorp die trouwens omheind is tegen het groot wild want het dorp ligt midden in het QENP. 

 

Overnachting:

We informeren in New Ruwenzori Salaama Lodge in Katunguru en ze vragen 40.000 maar ik kan afdingen naar 30.000 UGX voor een basic kamer: er is geen water op de wc, geen douche, met emmers water moeten we over ons hoofd gieten, geen tafeltje op de kamer, bed in een soort betegelde badkuip met scherpe randjes.  In Tembo Safari Lodge is het veel beter vertelden ons de Canadezen.

 

               

Dag 14 – 29/10/2014

Reisweg:   Mbarara, Kabale

 

Weinig doorgaand verkeer in Katunguru en de enkele voorbijrijdende busjes zaten vol.  Konden toch een special hire, een taxi met vijf personen, nemen en werden verderop overgeplaatst in een andere special hire en betaalden 15.000 UGX/pp tot Mbarara.  Net buiten Katunguru over de brug rijden wij door het QENP – Queen Elisabeth National Park  en plots staat er naast de weg een olifant ons aan te staren en verderop enkele buffels.  We zaten vooraan in het busje en na enkele foto’s  reden wij verder.  Na ongeveer twee en een half uur komen wij aan in Mbarara waar we direct van het ene busje in het andere worden overgeheveld, vier op een rij, twintig passagiers daar waar er plaats is voor dertien.  Na ruim een half uur wachten reed dat ding eindelijk weg naar Kabale.  In de omgeving van Ntungamo waren de Chinezen een vernieuwde weg aan het aanleggen met veel stof en ongemakken als gevolg.  Na Ntungamo werd het bergachtiger en bij Kabale reden we over een bergpas.  We zien betere huizen in de regio met terrasbouw op de heuvels.  De weg is bochtig en we rijden driemaal voorbij een gekantelde vrachtwagen.  We komen bestoft aan in Kabale en na een douche verkennen we het centrum.  We nemen ons avondmaal bij de buren, www.edirisa.org op hun gezellig dakterras met wifi die het doet en voor het eerst sedert weken zien we blanke toeristen.  Edirisa heeft een museum en ernaast dansten ze op de maat van een tamtam.           

 

Overnachting:

Bij House of Edirisa hadden ze enkel nog stapelbedden beschikbaar in een donker hol.  Een dubbele kamer bij Edirisa kost 40.000 UGX.  Er naast bij Kabale Backpackers hadden ze nog een dubbelkamer vrij voor 40.000 UGX, vaste prijs.  De wifi deed het niet en er was geen warm water want geen elektriciteit overdag.  Het is een net gebouw met nette kamers en buiten is er een tuin met een echt grasveld en tuinmeubelen en onder een afdak staan pluchen zetels. Bij het ontbijt kwamen ze met thee af i.p.v. koffie, de eieren waren koud, we moesten driemaal toast vragen en bovendien was de bediening  traag.   We krijgen een rekening aangeboden van 61.000 maar na discussie betalen we maar 50.000 UGX voor verblijf en morgenmaal. 

 

  

Dag 15 – 30/10/2014

Reisweg:   Lake Bunyoni

 

Met ons twee elk op een brommertje en van tien naar zesduizend afgedongen.  Het is tenslotte een ritje van ongeveer negen km bergop.  Het Lake Bunyonyi is prachtig, grillige oevers, inhammen en eilandjes en zicht op de andere oever met terrasbouw.  Kano’s varen op en neer.  Men had ons het begin van het wandelpad getoond en tegen elf uur gaan we op pad, aanvankelijk tamelijk steil maar met fantastische panorama’s over het mooi meer en de omgeving.  In een hogerop gelegen luxehotel genieten we van op hun terras van uitstekende vergezichten op het meer en de vele eilandjes en baaien die er in liggen.  Het gaat steeds maar hogerop tot we in het dorpje Tembo komen.  Het is een armoedig dorp op de top met kleine huisjes, bananenbomen en veldjes langs een zandweg die voorbij een schooltje naar beneden loopt.  De onderwijzers en enkele leerlingen tonen ons de weg langs de steil afzakkende kriskras lopende enge veldwegels.  Boeren op hun veld groeten ons terwijl we tussen bananenbomen en langs hun huisjes lopen.  Na een tijdje komen we op een verharde zandweg en moeten we nog vier km terug lopen hoog boven de oevers van het Bunyonyi meer: fantastische zichten op het meer, de groene omgeving en de huisjes van de vriendelijke bevolking die op hun velden aan het werk zijn.   

 

 

Overnachting:

We checken in bij Kalebas Camp aan de oever van het Bunyonyi meer. Veel bloemen en groen en terrasjes met terrasmeubels op gras en een aanlegsteiger voor boottochtjes op het meer.   Ze vroegen aanvankelijk 100.000 UGX voor een dubbelkamer maar gingen al vlug naar de helft.  Ik kon afdingen op 35.000 UGX bij Kato de vriendelijke receptionist.  We hadden een kamer, badkamer en buitenterrasje en twee stoelen met zicht op het meer.  Veel bloemen in de tuin, tuinmeubelen in gras.  Restaurant met zicht op het meer en haardvuur want ’s avonds is het fris.  Mooie opgezette tentjes met twee stoelen en terrasje.  Goede maaltijden en ontbijt.  Aanlegsteiger voor boottochtjes op het meer.  Kortom een aanrader !!!

Kalebas Bunyonyi Campsite, tel. +256 772 907892 of 702 218968

kalebasbunyonyi@yahoo.com

 

 

Dag 16 – 31/10/2014

Reisweg:   Van Lake Bunyoni naar Kabale en grens Rwanda

 

Met een shared taxi reden  we naar Kabale waar ze op het dorpsplein metalen golfplaten plat sloegen om er grote kookketels van te maken.  Van Kabale namen we een shared taxi naar Kisoro met drie passagiers vooraan waaronder twee gewapende soldaten.  Kisoro ligt bij de grens met Rwanda,  75 km van Kabale, 10.000 UGX/pp.  In de boomtoppen bij de Crane Bank zaten enkele kraanvogels. De kraanvogel is het symbool van Oeganda en staat in hun vlag.   Van hier namen we een brommertje voor elk 5.000 UGX naar de grens die tien km verderop ligt.  De grensformaliteiten verliepen vlot aan beide kanten en na een half uurtje stonden we in Rwanda waar we ons overschot aan UGX wisselden voor RWF aan een koers van 1 UGX = 0,26 RWF.     

Back-continent
album
back1
Je ben niet gemachtigd om van deze site content te kopieren.